Er zijn mensen, kondigt Jurgen van den Berg aan, die spreken in het openbaar doodeng vinden. Ik! wil ik roepen. Dat treft dan, want Sacha de Boer geeft vanmiddag een Masterclass en ze zal in Lunch! tips en trucs geven.
De Class is voor middelbare scholieren die meedoen met een wedstrijd van de BBC. Ze hebben hun (Engelse) speech al klaar en moeten er straks een elevator pitch van maken.
Mm. Dat lijken me niet de gemiddelde sociale angsthazen die er álles aan zouden doen om spreken tot een groep te vermijden.
Maar: heeft Sacha de Boer *tips en trucs*. Ja. Zoals: kies drie leuke voorhoofden uit om tegen te praten als je ogen eng vindt. Beweeg met je armen. SdB: “Ik zit hier nu ook te wapperen met mijn handen.”
JvdB (zonder webcam): “Leuk voor de radio.”
Verder: langzaam en duidelijk praten en niet te monotoon.
Wie vindt de nieuwslezeres zélf een goeie spreker? Obama! En in Nederland. Nou… misschien Van Mierlo. En onder de levenden? “Femke Halsema is zich aan het ontwikkelen.”
De collega’s dan. Dat levert weinig (= vrijwel niets) op behalve een BBC-vrouw die ze goed vindt. Tekstueel moet het niet in cliché’s zijn maar ook niet te literair. Jurgen van den Berg: “zoals Peer Ulijn…” wat zij beaamt waarna beiden (JvdB: “even voor de familie Ulijn”) over elkaar heen buitelen om te verzekeren dat Ulijn “echt leuke dingen maakt”.
De Masterclass is in het Engels. Best lastig zegt Sacha de Boer die tot 3x toe een zgn Engelse tongval in haar woorden legt om eraan toe te voegen dat dat is omdat ze al zo in haar rol zit.
Over niet-te-moeilijke-teksten in het Journaal zegt ze nog wel iets leuks. “Je moet niet willen terugspoelen.”
Zoals je in een gesprek van tien minuten ook niet moet willen vooruitspoelen omdat de inhoud tegenvalt.
(Overigens vind ik dat een camera op Jurgen van den Berg bij Lunch! een érg goed idee zou zijn)