Ik zie op tegen het gesprek met Tim Overdiek in de TROS Nieuwsshow.
Het zal gaan over zijn boek over de dood van zijn vrouw. Een jaar geleden op een zebra doodgereden door een motoragent.
Ik zie er tegenop omdat hij ter promotie van het boek de praatprogramma’s langs gaat. Gisteravond P&W (dat ik met opzet -nog- niet via uitzending gemist keek). Vanochtend een lang (erg mooi) interview in VK Magazine. Nu dus de TROS.
Hoe vaak kun je dat verhaal doen, denk ik. Hoe vaak voor het ‘een verhaal’ wordt, een anecdote over jezelf. Met herhaalde feiten en herhaald woordgebruik. En waarom zou je het *willen*.
Tim Overdiek zegt dat hij het doet voor anderen.
Zo zei hij het natuurlijk niet precies. Maar hij hoopt dat anderen iets aan zijn verhaal hebben. Aan zijn boek. Waarover hij nu zijn verhaal doet.
Ik weet niet wanneer de limiet bereikt is maar vanochtend was daarvan nog geen sprake. Wat Overdiek vertelde was pijnlijk, indringend, soms wat defensief (toen Mieke van der Weij begon over ‘nu al een nieuwe vriendin’) en herkenbaar.
Dan is het gesprek afgelopen en er is nog 20 seconden over. Wat zullen we doen, vraagt Mieke van der Weij. Ze besluiten te schreeuwen. Voor de kunst, tegen de bezuinigingen erop.
Of dat spontaan was of ingestudeerd (20 seconden voor het slot: schreeuw) doet er nu even niet toe. Het was een mooi gebaar. Voor de kunst.
Ook verder was ik na dit gesprek wel aan even schreeuwen toe.