De jager die half september in Weert wilde zwijnen afschoot die kort daarvoor uit het water waren gered, stopt als jachtopzichter.
De man had met de politie moeten overleggen voordat hij de dieren doodschoot.
Een jachtopzichter mag wilde zwijnen alleen afschieten als ze een gevaar vormen.
Maar de dieren hadden zo veel water in de longen gekregen dat ze vanzelf zouden doodgaan.
Vertelt Mariël Haggeman in het NOS-nieuws van half zeven.
Tijs van den Brink: “Dat is ook wat – raak je in opspraak als zwijnenschieter.”
Ik zit er over na te denken wat hij bedoelt.
Vindt hij het gelul?
Als in “so what die doodgeschoten zwijnen – en dan nog gezeik achteraf ook”.
Ik probeer te bedenken wat hij ánders kan bedoelen.
Het kan aan mij liggen maar ik kan het werkelijk niet bedenken.
Daarom: je stelt me diep teleur, Tijs van den Brink.
Niet gehoord, maar over die onverschilligheid hoeft geen twijfel te bestaan, als hij dat zo gesteld heeft. Mocht het namelijk over mensen gegaan zijn, dan zou hij het zeker anders gezegd hebben.
Er zal iets bij zitten van hoe dit dier bij velen bekend staat (“vies zwijn”) maar het heeft voor mijn gevoel ook te maken met het vaak misplaatst superieur voelen van Christenen t.o.v. “de rest van de schepping”, waarover ze tenslotte aangesteld zijn als heerser.
Helemaal met André eens.